Straks staan ze daar, de Hoge Heren,
handen wrijvend aan haar graf.
Met vrome koppen, vette lijven
nemen ze afscheid van haar lach.
Haar geuniformeerde kinderen
zullen bloemen leggen op de baar.
Hun vader glimlacht bij dit gebeuren.
Het gezin is, tijdelijk, weer bij elkaar.
Ieder, die haar had moeten beschermen,
loopt in protocollaire pas.
Verstoten uit het hof der hoven,
om wat ze wist en wat ze was.
|