Omstreeks
1157 stichtte Eilwardus
Ludinga het klooster Ludingakerke
in het dorp Almenum. De monniken
groeven grachten om de handelsvaart beter mogelijk te maken.
Ludingakerk werd hierdoor een van de rijkste kloosters
in Friesland. De buurt ten westen van Almenum, Harlingen, werd
daardoor zó belangrijk dat deze in 1234
stadsrechten kreeg. Daarmee
is Harlingen als stad
ouder dan bijvoorbeeld Leeuwarden,
Dokkum, Franeker
of Amsterdam.
Noordwestelijk van Harlingen lag in die tijd nog de stad Griend
met poorten, grachten en zelfs een hogeschool. In 1287
werd Griend als gevolg van de desastreuze Sint-Luciavloed
grotendeels verzwolgen door de zee. Thans is Griend nog slechts een
zandplaat in de Waddenzee. De naam Harlingen is vermoedelijk
afkomstig van de state
Harlinga.
In 1311 kwam "Harlingen"
voor in Engelse havenregisters.
In 1579 ondertekenden afgezanten van
de stad de Unie
van Utrecht en op 22 december
1634 ontving Harlingen zijn octrooi
van de Staten van Friesland voor Groenlandsch-
en Straat Daevids-visscherij
(walvisvaart).(Wikipedia)_____________________
Friesland
is een van de regio's in de Europese unie, die zich profileert met
zijn eigen streektaal. Kenbaar wordt dit ondermeer in de straatnamen,
maar duidelijker nog door de plaatsaanduidingen. Plaatsnamen worden
steevast in het Frysk en in het “Hollands” vermeld. Ook hierin
wijkt Harlingen af. De aanduiding “Harns” is geen Fries, maar
volgens de plaatselijke historisch deskundigen, een eigennaam. Ook
Harlingen verwijst naar een dergelijke stam-/familienaam. Ditmaal
gaat het niet om het geslacht Harns, maar om de familie Harlinga, die
zelfs een “state” (versterkte boerderij/hof) op of nabij Almenum
zouden hebben bewoond.
Almenum
was niet ommuurd en dus een dorp of vlek. Maar door de combinatie van
religie en handel groeide het uit. Zeker toen de waterwegen werden
verbeterd en de Noordzee gemakkelijk te bereiken was, werd Harlingen
een dynamisch economisch centrum en een transitohaven. Ook lag het
aan oude pelgrimswegen. De uitbreiding naar het Noord-Westen
(bewoning, overslag, havenfaciliteiten, sassen) verwierf de naam
“Harlingen”. De stadsgeschiedenis vermeldt een notitie in Deense
logboeken uit de 12e eeuw van een schip (een fluit) uit “Herlinghe”.
Er waren dus al vroeg contacten in het Noorden.
De
“geaccepteerde” uitleg van onze plaatsnaam is uiterst discutabel.
Waarschijnlijker verwijst “Harlingen” naar een eigennaam en wel
naar de laatste Noormannenleider Harald, die in de 10e eeuw in
Engeland definitief werden verslagen.
Invallen
van Noormannen waren niet alleen strikte militaire operaties “om
het gewin”, maar soms ook complete volksverhuizingen. De Noormannen
stichtten Moskou, Dublin en Harlingen! Het is zeer wel mogelijk, dat
restanten van Haralds troepen, met slaven, vrouwen en kinderen, zich
terugtrok en uiteindelijk Almenum bereikten. Het tweede gedeelte van
de stadsnaam is Noord-Europees: “linggi”, wat zoveel wil zeggen
als “toebehorend aan Harald”. Het waren de eerste “thuislozen”,
die Harlingen absorbeerde en die voor een economische “boost”
zorgden. Harns zou dan kunnen verwijzen naar “typisch voor” of
“eigen” aan de cultuur en traditie van dit bijzondere gebied.