PATH OF 100 MONKEYS









Wist U Dit? Door Master Klaas

(SiTU)
Giant Australian Cane Toad

Australië kende tot de komst van Westerse ontdekkingsreizigers en de daarop volgende kolonisatie een uniek eco-systeem. Hierin overheersten de buideldieren en ontbraken grote roofdieren, op de Tasmaanse buidelwolf na. Zowel Australië als Nieuw-Zeeland werden overspoeld door exoten. De kolonisten brachten honden en katten mee, vossen en konijnen werden geïmporteerd voor de jacht, kamelen voor het werk in de woestijn en karbouwen voor de melk en de slacht. De lijst is in werkelijkheid nog veel langer. Gevolg is dat het voormalige ecosysteem langzaam wordt vernietigd, lokale soorten sterven uit ontsnapte of losgelaten exoten nemen de macht over. Doordat de vogels op Nieuw-Zeeland geen natuurlijke vijanden kenden, broedden ze op de grond en konden niet meer vliegen. Ontsnapte katten maakten snel een einde aan de vogelrijkdom van het Noordelijk en Zuidelijk eiland.Australië kent nu o.a. miljoenen kamelen en karbouwen, die in de binnenlanden overleven, maar door hun eetgewoonten de natuur aantasten. Anderzijds floreren kangeroes zo, dat ze bij duizenden worden afgeschoten.
 
Lijst van exoten in Australië

Nijlbaars uit het Victoriameer
Het Victoriameer is een van de grootste zoetwatermeren van Afrika. De lokale bevolking leefde van de visvangst. Het meer was bij aqauriumliefhebbers beroemd om de veelkleurige vissoorten. Het was een zelfvoorzienend, harmonieus en gesloten economisch en ecologisch systeem. Tot in de vorige eeuw een poging werd gedaan om de visproductie op te voeren en ook buiten de regio te kunnen leveren. Daarom introduceerde men de nijlbaars, een snelgroeiende roofvis. Aanvankelijk waren er geen problemen, maar het werd al snel duidelijk dat de nijlbaars het andere leven uit het Victoriameer stofzuigerde. De roofvis was niet te stoppen en toen de lokale vissoorten waren uitgeroeid, begonnen ze elkaar op te eten. Een heel ecosysteem werd vernietigd, unieke soorten zijn uitgestorven en de visvangsten lopen terug. De 440 vissoorten die het Victoriameer bevolkten, hadden elk hun plaats en functie. Ook hier werd de balans verstoord en grote delen van het meer zijn overwoekerd door waterplanten. Biologen noemen het gebeuren de grootste ecologische ramp in de vorige eeuw. Een laatste, navrant detail. De lokale bevolking lust de nijlbaars niet, ze vinden de vis te vet.





Zaagmolens in FRIESLAND


WIKIPEDIA FRISIA nr.19







In de Leeuwarder Courant werd enige tijd geleden vermeld, dat met de afbraak in 1950 van de Franeker houtzaagmolen de Valk en kort daarop die van Heerenveen, de houtzaagmolens in Friesland tot de historie zouden behoren. Wij kunnen U echter gerust stellen. Friesland beschikt nog over een drietal houtzaagmolens.
De Zwaluw te Birdaard. Bouwjaar 1875.
Koren-, pel- en houtzaagmolen. De korenmolen is nog professioneel in gebruik. Op zaterdag de houtzaagmolen.
De Jager in Woudsend. Bouwjaar vermoedelijk 1719.
De molen is bedrijfswaardig en wordt bediend door vrijwillige molenaars.
De Rat te IJlst. Bouwjaar 1828.
De molen is professioneel in gebruik. (zie foto)









HARLINGEN: Dichtbevolkt maar dun behuisd.


Harlingen was in de 19e eeuw lange tijd de dichtst bevolkte stad van Nederland. Rond 1900 waren er voor tienduizend inwoners 1895 woninkjes. Dit waren vooral eenkamerwoningen, die in de Middeleeuwen voor de armen en bedeelden waren gebouwd.
De krappe behuizing in vervallen woningen was een broeinest voor ziektekiemen en oorzaak van regelmatige epidemieën.
De bezoekende zeelui waren hier ook debet aan. Toch werden de krotten nog tot na de Tweede Wereldoorlog bewoond. De bouw voor de armen kreeg halverwege de negentiende eeuw meer structuur door het oprichten van woningbouwverenigingen. Een van de eerste op dit gebied werd in Harlingen opgericht: de Vereniging tot verschaffing van betere en gezondere woningen aan den Arbeidersstand in Harlingen. Deze vereniging bouwde duurzame en degelijke woningen.

Pas in 1981 werden enkele panden aan de Visserstraat gesloopt.
In 1908 bouwde de voorloper van de huidige Bouwvereniging 24 woningen en een winkelwoning in het Havenkwartier.
De belangstelling was zo groot, dat er moest worden geloot.
De woningen zijn in het jaar 2000 gerenoveerd en worden nog steeds bewoond. De huurcontracten werden in die tijd per jaar afgesloten. Ook moest iemand garant staan voor de huur, die wekelijks werd geïnd. Meestal was dit een familielid of een werkgever.
Toen vlak na de 1e Wereldoorlog een ernstige economische crisis ontstond, werd het voor huurders steeds moeilijker om aan hun verplichtingen te voldoen. In 1919 kwam de Huurwet.
Daarin werd een inkomensafhankelijke huursusidie geregeld.
De voorloper van de huidige huurtoeslag.