EEN
VLAGGETJE AAN JE FIETS
Ploeterend
fietsten we omhoog,
zoals
onze kaart het gaf.
Door
vreemde streken reisden we,
totdat
die dijk daar lag.
Een
rilling in het zicht der zee,
de
schreeuw toen van die éne meeuw,
een
simpele zomerdag.
Het
was de vorige eeuw.
Uiteindelijk
waagden we de oversteek,
geteisterd
door straffe winden.
Tegenliggers
bemoedigden ons.
Dat
we ons doel maar mochten vinden.
We
knikten ze al zwetend toe.
Onze vrienden
van de NJHC,
die
vrolijk riepen: "Goede reis.",
want
zij hadden wind mee.