Texels proefbedrijf werkt aan zilte aardappels
Elk nadeel heeft een voordeel, zei Johan Cruijff ooit. Zijn visie krijgt ook buiten het voetbal navolging. Marc van Rijsselberghe probeert op Texel uit te vinden welke gewassen kunnen groeien in zoute grond en met zout water.
Boeren moeten er niet aan denken, maar Van Rijsselberghe neemt de proef op de som. In zijn uitgebreidere proeftuin van 1 hectare kijkt hij hoe bijvoorbeeld aardappels willen groeien op de 56 veldjes met zeven verschillende zoutconcentraties. 'We kijken welke planten er tegen kunnen en welke niet'. Inmiddels weet hij dat het ene aardappelras beter tegen zout bestand is dan het andere. 'We hopen rassen te vinden die er min of meer tegen kunnen. Het is een zoektocht waar we al zes jaar mee bezig zijn. Van de 30 nieuwe aardappelrassen die we hebben geprobeerd, zijn er nu drie overgebleven.'
Zeekraal en zoute zeekool
Behalve aardappels komen dit jaar ook bijvoorbeeld gerst, graszaad, strandbiet, zeekraal, knoflook en zeevenkel aan de beurt. Eerder was Van Rijsselberghe al in de weer met zoute zeekool. Met succes, hoewel na een goede oogst het jaar erna de planten plots wegrotten. Maar inmiddels begrijpen we waarom, aldus de testteler. Dat is van belang want uiteindelijk moeten de zilte producten op grote schaal worden verkocht. Boeren kunnen het proefbedrijf vragen uit te zoeken welke gewassen geschikt zijn voor hun akker. De zilte grond en zout water kunnen een aardappel laten smaken alsof er al zout op is gestrooid. De vraag is hoe het biertje smaakt dat afkomstig is van zilte gerst.
De landbouw staat te boek als een grootverbruiker van zoet water. Maar door de voorziene stijging van de zeespiegel en de langere periodes zonder regen dreigt juist een tekort aan dat zoete water. Volgens wetenschappers verzilt de komende 10 jaar 125.000 hectare landbouwgrond. Dat stelt de boeren voor een probleem. Als verzilte landbouwgrond dan toch benut kan worden, kan dat een uitkomst zijn. Van Rijsselberghe: 'Het zoute water zit in veel gebieden eigenlijk al in de sloot. Er komt een moment waarop de fundamentele vraag voorligt: drinken we het zoete water op of geven we het aan de planten'.