Ta-ra-ra boem-dij-ee
de dikke domineedie heeft zijn gat verbrand
al aan de kachelrand
In mijn jeugd, zongen wij dit liedje met veel plezier. Je doorbrak daarmee een aantal taboes. Corpulentie, de kerk en het ondernavelse. Er was niet veel fantasie voor nodig, om een jammerende dominee te visualiseren.
Immers, thuis stond een, in de winter roodgloeiende, kolenkachel. Het oorspronkelijke liedje had andere woorden. Het ontstond na een gruwelijke gebeurtenis in Harlingen. En toch ook weer, menselijk.
( Uit het archief van de Leeuwarder Courant: Link1 ) Link2
Gevelsteen Noorderhaven 29, voorstellende een zeilmaker.
Een der bewoners, was de heer D. Lovius. Zeilmaker en handelaar.
DE BLIKKEN DOMINEE
DE MOORD AAN DE NOORDERHAVEN TE HARNS
Tarara boemdiee
De blikken dominee
Die schoot met kruit en lood
Zijn arme naaister dood
Nu zit hij in de kast
Al aan een ketting vast
De jongens roepen luid:
Die komt er nooit meer uit
Volksliedje (1894), gemaakt n.a.v. de moord gepleegd door de Harlinger dominee J.Barger. Dominee Johan Barger woonde op de Noorderhaven nr. 29. Hij was in 1888 aangesteld als predikant bij de Hervormde Gemeente in Harns. De 17-jarige Catharina Helena Mirande, was de dochter van de eigenaar van een manufacturenzaak aan de Voorstraat. Cato was haar roepnaam en ze hielp, tegen betaling, de domineesvrouw met naai- en verstelwerk. Ze werd een huisvriendin. Uit de dagboeken van de dominee blijkt, dat hij vanaf 1892 geobsedeerd was van het meisje. Zo probeerde hij bij haar af te dwingen, dat ze, ook na een eventueel huwelijk, door hem mocht worden geliefkoosd. Was er sprake van enige instemming? We weten het niet. Op een bruiloft van de familie Mirande gaat dominee Barger zijn boekje ver te buiten en schopt hij een scene. De winkelier verbreekt elk contact en verbiedt ook zijn dochter om de familie Barger te bezoeken. Na een maand, 6 maart 1894, krijgt Johan Barger zijn echtgenote zover om Cato bij hen thuis te inviteren. Misschien dat de zaak uitgepraat kon worden. Als zijn vrouw op de bovenverdieping de jas van Cato ophangt, lokt de dominee de jonge vrouw naar een voorkamertje en deed vervolgens de deur op slot. Toen zij hem afwees, werd de dominee razend, greep een revolver uit zijn broekzak en schoot op zijn jeugdige geliefde. Het eerste schot miste, het tweede bracht Cato ten val. Van dichtbij schoot hij nog een aantal malen door haar hoofd. Vervolgens pakte hij zijn hoge hoed en wandelde in alle rust naar het politiebureau.
Het pistool had hij nog bij zich.
Mevrouw Barger had het lawaai gehoord. maar toen ze beneden kwam, was haar man al op weg naar het politiebureau. Toen het tot haar doordrong, wat er was gebeurd, probeerde ze zich in de Noorderhaven te verdrinken. Haar dienstmeisje Eke kon dit nog maar net verhinderen.
Johan Barger werd tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld. Het vuurwapen had hij in Amsterdam gekocht. Hij overleed echter al in 1900 en werd op het gevangeniskerkhof te Leeuwarden begraven. Mevrouw Barger heeft Harlingen snel verlaten. De woning, waar zich dit drama heeft afgespeeld, is nog steeds aan de Noorderhaven te vinden. Als U wilt, kunt U een blik werpen in het voorkamertje waar de ontknoping van dit liefdesdrama plaatsvond. Johan Barger werd in Amsterdam geboren en was eerder predikant in Garnwerd. In 1875, hij woonde toen nog in Amsterdam, publiceerde hij een dichtbundel: Van Bloesems en knoppen.
Uit Harlingen wordt gemeld, dat de predikant van de Hervormde gemeente aldaar, J.Barger, eene jonge dochter, tot zijne gemeente behoorende. heeft doodgeschoten. De aanleiding van de moord is teleurgestelde hartstocht. Het vermoorde meisje was als naaister werksaam aan het huis van den predikant. Deze liet haar op sijne studeerkamer komen om haar geld aan te bieden. Wat er toen tusschen hen beiden is voorgevallen, is niet met zekerheid bekend. Alleen is gebleeken, dat hij uit eene revolver seven schoten op haar heeft gelost. Men heeft vijf kogels in het hoofd van het meisje gevonden. De misdadiger is gisternamiddag 3 uur gevankelijk naar Leeuwarden vervoerd. Hij is een man van ruim 40-jarige leeftijd.
(Bron: Nieuwsblad van het Noorden, vrijdag 9 maart 1894)
(Bijdrage: Situ)