In
Centraal-Australie zijn twee beroemde eucalyptusbomen in vlammen
opgegaan. Oorzaak een bewuste en racistisch gemotiveerde,
brandstichting; een handeling, die niet alleen de bomen verwoestte,
maar ook de “levende geesten” verdreef, die de bomen “bezaten”,
een drama voor de plaatselijke aboriginals. De bomen stonden op het
punt om op de nationale erfgoed te worden geplaatst. Hiermede werd
ook de schilder Namatjira geëerd, die deze bomen regelmatig op zijn
werken, vereeuwigde. De schilder overleed in 1959.
De
bomen worden door de aboriginals “ghost gums” genoemd
(geestgombomen). De bomen hebben deze naam te danken aan hun witte
bast, die mysterieus oplicht in het maanlicht. Mede door Namatjira
werden de “ghost gums” tot een nationaal symbool, zoals de
kangoeroe en de koala.
De
aboriginals zijn geschokt door de ontheiliging en de aantasting van
hun inheemse cultuur.
“Bij
het zien van de bomen en de manier waarop ze verbrandt zijn, voel ik
dat het land verdrietig is en de gebieden eromheen, boos en treurig
zijn”, aldus zei het dorpshoofd Baydon Williams tegen de BBC.